Er bestaan twee soorten mee-eters: open comedonen en gesloten comedonen.
Open comedonen of ‘black heads’
Open comedonen worden ook wel ‘black heads’ genoemd omdat ze te herkennen zijn als zwarte puntjes in verwijde poriën. Veel mensen denken dat de zwarte kleur van de mee-eter vuil is, het gaat hier echter om pigment dat afkomstig is van de huidcellen. Zwarte mee-eters komen veel voor op plaatsen waar de poriën grover zijn, zoals op en naast de neus, boven de wenkbrauwen en op de kin. Ze komen ook voor op de rug en schouders, op de borst of decolleté en zelfs in de oorschelpen. De meeste mensen hebben wel een aantal black heads. Meestal zijn deze comedonen vrij onschuldig. Zodra ze in grotere aantallen voorkomen, groter worden of gaan ontsteken, kunnen ze zorgen voor een vergroving van de huid en huidschade.
Gesloten comedonen of ‘white heads’
Gesloten comedonen of onderhuidse comedonen noemen we ook ‘white heads’ omdat er witgelige bultjes net onder de opperhuid zichtbaar zijn. Deze comedonen hebben meestal geen opening en ze zijn pas zichtbaar bij het spannen van de huid. Ze zijn wel goed voelbaar en ontsteken gemakkelijk als men ze probeert uit te drukken. Dit lukt vaak niet vanwege het stugge laagje huid wat er overheen ligt. Witte mee-eters brengen om deze reden meestal meer schade toe aan de huid dan black heads. Voorkeursplekken van white heads zijn het mondgebied, de kin en de kaaklijn.